uit elkaar plaatsen (v) (voorwerpen) | spazieggiare (v) (voorwerpen) |
uit elkaar plaatsen (v) (voorwerpen) | disporre a intervalli (v) (voorwerpen) |
uit elkaar plaatsen (v) (voorwerpen) | distanziare (v) (voorwerpen) |
uit elkaar plaatsen (v) (voorwerpen) | intervallare (v) (voorwerpen) |